Nieuwjaar – Perspectief voor Afrikaans kwaliteitspootgoed

Het jaar 2025 is begonnen. Wij wensen u een gelukkig nieuwjaar. Solagrow hoopt dit jaar het jubileum van haar “duizend weken bestaan” te vieren. Een nieuw jaar waarin we als bedrijf en als gezin weer stappen willen nemen om een modus te vinden waarin alle ervaringen en bevindingen rondom Afrikaans kwaliteitspootgoed van aardappel in goede samenhang kunnen worden verankerd. Zodat het in Ethiopische handen blijft werken.

Het oorspronkelijke idee

Want het telen van aardappel – en van het benodigde plantmateriaal voor dit superieure voedselgewas – is in Noordwest-Europa een totaal ander verhaal dan wanneer je dit wilt doen in subtropisch Afrika. De in de loop van de eeuwen uitgewerkte combinatie van cultuur, ondernemingszin, politiek en klimaat biedt in Nederland de perfecte basis voor de teelt van aardappel plus de export van kwaliteitspootgoed naar tal van landen waar een of meer van deze basisvoorwaarden ontbreken. Dat de hooglanden van Ethiopië daarvan een uitgesproken voorbeeld is, hebben wij gedurende de jaren hier diepgaand ervaren.

De opzet van een aardappelpootgoedvermeerderingsbedrijf zoals wij dat in 2006 voor ogen hadden en in doordachte plannen uitschreven, was weinig meer dan een kopie maken van de Friese pootgoedteelt voor de even koele en luisvrije Ethiopische hooglanden. Beginnen vanuit containers geïmporteerd Nederlands SE-pootgoed, dit samen met lokale pootgoedtelers driemaal gecertificeerd doorvermeerderen en dan verkopen aan de consumptietelers. De winst naar de telers en Solagrow, de royalties naar HZPC en de aardappels naar iedereen.

Een andere wereld

Wat wij in de loop van de jaren – door harde en zachte lessen – hebben geleerd, is dat de overeenkomst tussen Fryslân en Ethiopia veel kleiner is dan je vanuit Nederland kon bevroeden. Als je alle stappen in het productieproces van pootgoed, en de randvoorwaarden vanuit de Abessijnse cultuur, plus de eigenheden van het droge korte-dag-klimaat, met de benodigde elementen van het politieke beleidsklimaat in een schema op een groot bord zou schrijven, zul je schrikken als je ziet hoeveel vakjes compleet anders ingevuld worden dan je gewend bent of zelfs helemaal leeg blijven.

Zomaar een rijtje observaties van hier: * Alhoewel aardappel het voedselgewas is dat in de kortste tijd de maximale voedingswaarde kan opbrengen, wordt aardappel nog steeds gezien als armeluiseten en is de aandacht van de overheid voor dit knolgewas van oudsher minimaal. * Boeren hebben geen geld om kwaliteitspootgoed te kopen (als het er al is), en daarom wordt dit vaak door NGO’s gratis verstrekt; de geaccepteerde marktprijs voor kwaliteitspootgoed vanuit miniknollen is daardoor 0 birr per kilo. * Er zijn tientallen jaren trainingen gegeven voor de teelt en opslag van pootgoed aan tal van coöperaties, gender- en telersgroepen; alleen de kern van het hele verhaal, schoon pootgoed, was en is praktisch niet te krijgen. * Het ontbreken van psychische of financiële draagkracht van een pootgoedteler om een afkeuring van zijn perceel te kunnen verdragen, wordt gecompenseerd door het volledig ontbreken van een onafhankelijk keuringssysteem. * Dertien maanden per jaar een klimaat waarin aardappel kan groeien en vers wordt gegeten, maar er zijn alleen rassen met een niet daarbij passende kiemrust van 4-5 maanden. * Boeren die voor de bijverdienste vrijrondgrazende geiten en schapen houden, welke zich voeden met de winstmarges van de hoofdteelt graan, groenten of aardappels. * Vanwege deze immer ronddolende schapen, bestaat al het jaarrondgroen rondom akkers en huizen slechts uit vruchteloze bomen en struiken die of giftig zijn of stekels hebben, weliswaar weer nuttig om elk jaar een nieuwe takkenhaag rondom de kleine akkertjes te vlechten. * Gezinnen met gemiddeld een of twee qart grond (een kwart of halve hectare), die met de minste investering in zaaizaad en mest maar een kwart of de helft van de normale opbrengst halen. * Gelukkig als je dan een os hebt, die de ploeg kan trekken, want die eet dan alle stro en gewasresten weer op en maakt daar vlaaien van waarmee je het kookvuurtje kunt stoken. Een os erop nahouden kost trouwens evenveel als een vaste arbeider. * Helaas gaat die kostbare dierlijke mest niet terug naar de akker, en omdat er alleen wat kunstmest met stikstof en fosfaat wordt gestrooid, groeit het onkruid gelukkig niet al te hard. * Contractteelt met prijs- en leveringsgaranties zijn wettelijk geregeld, maar gelden eigenlijk alleen voor het teeltseizoen tot net voor de oogst; daarna moet gegarandeerd de afgesproken prijs omhoog en gaan de tonnages omlaag. * Bij de oogst van goed pootgoed kom je ook veel onder- en overmaat tegen en zieke knollen, maar sorteren mag je pas doen als je de hele partij meegenomen en betaald hebt. * Behendige handelaren met een vrachtauto hebben de functie dat vrijwel alle partijen aardappel dezelfde kwaliteit krijgen en er niets afgeschreven hoeft te worden; zo niet, dan moeten ze weer verder met mengen. * Roodschillige rassen worden niet op prijs gesteld. * Bruinrot in het pootgoed wordt niet als een probleem gezien, omdat voor de diagnose alleen de zichtbaar rottende knollen meetellen; en die verslakken tijdens de hobbelige ritten al vanzelf naar de bodem van de truck; en voor de rest: geen boer stopt een natrotte poter in de grond. * Veldselectie op duidelijk virus of ander erg-ziek werkt en de planten worden desgevraagd gemarkeerd; oprooien en wegdoen is zonde, ook niet als aardappel als opslag in de volgende gewassen opgroeit. * Enige tijd voor de oogst loofklappen om een goede schilvorming te krijgen wordt niet geaccepteerd: het is meer werk en het vermindert de kilo’s. Voor de consumptie hoeft dat ook niet, alles is toch binnen een week opgegeten, maar voor de dormante poters wel. Op de koude hooglanden zorgt de eenmalige teelt per jaar voor een volledig afsterven van het loof gevolgd door een koele bewaring in de grond. * Een deel van de telers kan niet schrijven, het andere deel houdt er niet van: alleen het resultaat telt, van waaruit en hoe de aardappels geteeld zijn maakt niet uit. * enz.

Dit werkt hier niet

Onze conclusie – na jarenlang in de praktijk te hebben meegepuzzeld – werd steeds duidelijker: voor het met outgrowers en telersgroepen doorvermeerderen van pootgoed in een gezonde rotatie, ontbreken in Ethiopië vrijwel alle cruciale randvoorwaarden.

Hierdoor hebben we ook definitief afscheid genomen van de innovatieve ideeën van de outgrowersprojecten voor pootgoed (PSOM), vlas (PSI) en inclusieve rotaties (FDOV). Hoe overtuigd we er ook van waren: die Nederlandse concepten werken hier niet.

Dan lijkt de enige overgebleven optie het zelf op je eigen farm pootgoed te telen. Daarvoor moet je dan naar de afgelegen hoogvlakten. Maar de gewenste garanties voor stabiliteit en veiligheid, voor beschikbaarheid en transport van inputs en voor grondcontracten en arbeid ontbreken daar, is onze herhaalde ervaring. Bovendien vergt de consequente aanwending van de vereiste discipline voor het tijdig nemen van teeltmaatregelen, voor het uitselecteren van zieke planten en het sorteren van pootgoed de non-stop aanwezigheid van een echte ‘poatguodkweker’. Erbij zijn en er bovenop blijven zitten.

Import van pootgoed is niet mogelijk voor Ethiopië. Wettelijk niet, en daarnaast zouden de ontbrekende dollars en de termijnen en kosten voor transport en inklaring vanuit Djibouti dit blokkeren. Zelf doen vanuit miniknollen, opnieuw, is slechts een druppel op de gloeiende plaat. Een eigen pootgoedfarm van 100 hectare kan jaarlijks maar voor 300 hectare pootgoed leveren: één promille van de Ethiopische behoefte. Bovendien, die kleinschaligheid voor een onbemind gewas voor de nationale markt heeft geen plek binnen het Ethiopische investeringsbeleid. En ik zie geen honderd Nederlandse telers hierheen verhuizen.

Pootgoed maken met een schaartje

Vandaar dat we na de rampen van 2013-16 zijn begonnen om de oude vakliteratuur over het stekken van aardappel weer op te zoeken. Om te zien hoe we met de vele beschikbare handen hier zelf veel goedkoper pootgoed kunnen vermeerderen; om zo de onmogelijke veldvermeerderingen te kunnen overslaan. Want dat is de enige reden van pootgoedvermeerdering te velde: de hoge kosten van het uitgangsmateriaal, de miniknollen, omlaag brengen.

Ons team heeft toen met enkele enthousiaste Nederlandse stagiaires tal van experimenten gedaan om te zien hoe je vanuit knolspruiten of vanuit het loof van een veldgewas een snellere manier van doorstekken van planten kon krijgen. Dan kon je vanuit iedere schone poter los van het veld heel veel schone dochterknollen maken. In 2019 kregen we een goede hint van Peter van der Zaag, die gezien had hoe in Vietnam het stekken van aardappel vele malen beter ging vanuit juveniele planten. De benodigde inputs voor zulke apical cuttings waren vitroplanten, nutriëntenmedia, gecertificeerde potgrond, gewasbeschermingsmiddelen en kassen met insectengaas. Daarmee kun je dan wel binnen Ethiopië veel miniknollen maken, maar wederom zouden de kosten voor de import van vooral media en potgrond de bottleneck gaan vormen.

Vandaar dat we de afgelopen jaren hebben ingestoken op het uitzoeken van goedkope lokale ingrediënten voor de apicale stekkenteelt. Om die eerste knollen uiterst goedkoop te houden. En dat lukte: we telen nu lokaal-geknipte stekken op lokale vulkaanas met lokale meststoffen onder lokale beregening.

Dit jaar hopen we de protocollen voor de verspening van planten direct op het land en de vervanging van de chemie in de gewasbescherming door lokale biologische middelen te voltooien. Daarmee kunnen onze mensen hier zelf voor de laagste kostprijs pootgoed maken voor een salderende aardappeloogst. En dat heeft dit land nodig: binnen drie maanden 1.500 kilo droge stof van een qart aardappelen. Vele malen meer en gezonder dan de 300 kilo droge stof uit teff die onze buren nu van diezelfde qart oogsten.

Nu overdragen aan de telers hier

En dat wordt de laatste stap: het demonstreren van deze nieuwe mogelijkheden aan de boeren om ons heen. In dat kader werken we met HZPC mee aan een ambassadeproject waarin nieuwe teelttechnieken aan de kleine boeren gedemonstreerd worden. Met als doel om ook de stektechniek te introduceren bij telersgroepen. Gekoppeld aan een systeem van aanlevering van moederplanten, waarmee het handelshuis zoals gebruikelijk de royalties kan genereren.

Onze farm in Hidi verandert dan in een trainingsfarm, waar boerengroepen getraind kunnen worden in deze stektechniek voor aardappel. Waar ze daarnaast ook leren kunnen hoe je uit al het organische huis- en farmafval je zelf vloeibare mest kunt maken om je uitgeputte grond weer te herstellen. Hoe je je schapen en geiten tevreden kunt houden met eiwitrijk loof van knotheggen rondom je akkers, die meteen diezelfde herkauwers buiten je perceel houden; en bovendien erosie tegengaan. En waar ze leren hoe je met het loof van het woekerende Lantana-onkruid je de aantasting van aardappel door PTM kunt weghouden. En waar ze zien kunnen hoe je met zonnestroom-aangedreven elektrische ossen je een fijn plant- en zaaibed kunt klaarmaken.

Op naar een passende subtropische aardappel

De potentie van aardappel in Ethiopië kan nog beter worden als we ook de beschikking krijgen over vroege veldresistente aardappelrassen zonder kiemrust: ik noem dat de Afrikaanse aardappel. Passend bij de wintervrije jaarrondteelt van aardappel. De nieuwste hybride-rassen (TPS) bewegen al aardig die kant op. Elk jaar testen we hier honderden nieuwe klonen vanuit het tropische programma van HZPC, in de verwachting die Afrikaners tegen te zullen komen. Maar dat kost tijd.

Deze laatste fase van onze commitment is balanceren op het scherpst van de business-snede, omdat met het verlies van de farm in Wenchi de laatste bron van lokale inkomsten weggevallen is. Met alle hens aan dek – ikzelf ook in euro-loondienst – en met de minst mogelijke kosten gaan we het proberen. We zijn dankbaar dat dit nieuwe concept zover klaar is, dat het bewezen werkt. En in feite zo eenvoudig. Ook klaar is om doorvertaald te worden naar andere soortgelijke culturen en klimaten. Voorlopig werk genoeg dus, een wereldwijd perspectief. Perspectief voor de mensen in soortgelijke behoeftige streken, perspectief voor BV Nederland en voor ons. God willing..!

Jan van de Haar – Hidi


Reacties

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *